door Jan D. Swart
‘’U heeft geen snippertje bewijs dat de mondkapjesplicht in delen van Rotterdam dramatisch is verlopen.’’
Burgemeester Aboutaleb werd kriegelig toen Joost Eerdmans hem spierballenpolitiek verweet in relatie tot de drie weken waarin de Rotterdammers in het centrum van de stad en in twee koopcentra met een mondkapje hadden moeten winkelen. Ook had Eerdmans gezegd dat het een overhaast besluit was, dat Aboutaleb met hagel had geschoten en het alles bij elkaar dus een onzinnig verhaal was geweest.
De fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam kon er met z’n pet niet bij dat hij op de lege Coolsingel met een mondkapje had moeten lopen, terwijl de Rotterdammers in het Kralingse Bos en op het strand van Hoek van Holland hutjemutje zaten zonder voorbehoedsmiddelen.
“De schade voor de winkeliers in het centrum is bijna niet te overzien’’, foeterde Eerdmans, ‘’U sloopt de middenstand.’’
Het viel burgemeester Aboutaleb bij het opening van het nieuwe gemeenteraadsseizoen allemaal rauw op z’n dak en hij gaf zich ook niet gewonnen. ‘’Hoeveel is één leven waard’’, repliceerde hij, kort nadat hij het totaal aantal coronadoden voor Rotterdam had genoemd.
‘’Het dodencijfer komt in dit debat helemaal niet ter sprake’’, verweet hij de raadsleden die bezwaar hadden gemaakt tegen drie weken raar ademen. ‘’Niemand heeft het over de schade voor kinderen in het onderwijs. En niemand houdt rekening met de mensen in de stad die onze taal niet machtig zijn en denken dat als in Marokko een lockdown is opgeven dat dit ook voor Rotterdam geldt.’’
‘’Wie heeft u nu het advies gegeven om in het centrum van de stad een mondkapjesplicht in te voeren?’’, hield Eerdmans vol.
‘’Knappe koppen’’, antwoordde Aboutaleb, die liever geen namen had genoemd, maar ze toch gaf omdat Eerdmans bleef aandringen: ‘’De directeur van het Erasmus MC en de directeur van de GGD.’’
‘’Maar wat u vergeet, meneer Eerdmans. U vergeet dat in heel veel beroepen thuis wordt gewerkt. U vergeet dat op het moment van de invoering van de mondkapjesplicht de besmettingen weer aan het toenemen waren en dat mensen ook om die reden drukke delen van de steden hebben gemeden. En u het over de horeca in het centrum, maar daar gold de mondkapjesplicht binnen niet.’’
Het zat Aboutaleb duidelijk allemaal niet lekker. ‘’U verwijt mij dat wij geen oog hebben gehad voor de ondernemers, maar we hebben - neemt u dat van mij aan - weldegelijk dik en dwars naar de consequenties gekeken. We doen niet anders. Dus kom niet aan met dit verwijt, want het is niet waar. Nederland heeft 68 miljard uitgetrokken om de ondernemer te helpen.”
Wordt vandaag vervolgd.